azalea’s en rhododendrons info herkomst, standplaats, verzorging

Plantenkwekerijen.be

Copyright © Dirk Staels

De Azalea’s 
  

Azalea Japonica (bladhoudende buiten azalea )behoort tot het geslacht van de Rhododendrons. Hij vindt zijn eigenlijke oorsprong in Japan maar ook diverse wilde soorten uit China, Taiwan en Korea werden geïmporteerd om het assortiment van de Japanse Azalea op te bouwen. Via degelijk veredelingswerk begin 20 ste eeuw raakte de Japanse Azalea ingeburgerd in het Westen.

Gebruik:
De Azalea Japonica is een echte tuinplant. Door zijn grote verscheidenheid aan soorten en brede waaier aan kleuren is hij ideaal te gebruiken als solitaire plant in de tuin. Hij kan in het voorjaar en vanaf september in de tuin gepland worden, zolang er maar geen hardnekkige vorst optreedt.

Standplaats:
Bij het planten er steeds zorg voor dragen dat de ondergrond goed doorwerkt is om een goede afwatering te bekomen. Het is aan te raden om wanneer de grond te arm aan humus is of te zanderig een kleine hoeveelheid turf toe te voegen. De Azalea Japonica voelt zich op zijn best op een plaats in de zon of halfschaduw.

Watergift en voeding:
Het volstaat om de planten vochtig te houden, niet te veel water in één gietbeurt, het is beter iedere avond te sproeien zodat de grond goed vochtig blijft. Begin mei en begin juli is ideaal om voeding toe te dienen, men strooit dan een handvol stikstofrijke kunstmeststof over de grond, onder de kroon van elke plant,uit.

Ziekten en insecten:
In de zomer en het najaar regelmatig controleren en eventueel bespuiten tegen bladluizen.

Azalea indica (bladhoudende kamerplant azalea ) : tijdens de maanden januari, februari,maart en april beschikken vele kwekerijen ook over een mooi assortiment indica’s

Azalea mollis (bladverliezende buiten azalea )

De azalea mollis is in de winter kaal en heeft aldus minder te lijden van de vorst,voordelen van deze azalea’s zijn : prachtige veelkleurige ,vaak gevulde bloemen, winterhard, een aantal zijn bovendien geurend . Bovendien hebben velen niet alleen fraaie herfstkleuren, maar ook een bronzen blad.

Rhododendron: de majestueuze sierheester van de bosrand .

Weinig sierstruiken kunnen wedijveren met de rhodo’s, ze voelen zich dan ook zeer goed thuis in onze regio, rond tal van kasteeltuinen en parken zijn ze in grote getale aanwezig, meestal betreft het hier dan de rhododendron ponticum, afkomstig uit Zuid-Europa. Maar ook voor de modale tuin bestaan er tal van prachtige cultivars.

Herkomst: De meeste rhodo’s komen uit bergachtige gebieden in Azië : China, Birma,Himalaya, Korea, Nepal en de berggebieden van Japan, vandaar ook hun leerachtig blad dat te veel verdamping als gevolg van droogte of lage luchtvochtigheid dient te voorkomen. In Azië groeien wel meer dan 700 rhododendronsoorten, helaas zijn een groot aantal daarvan niet winterhard. De aandacht van de vele rhododendronkwekers en veredelaars ging dan ook in eerste instantie uit naar vorstbestendige cultivars .

Gebruik : Rhododendrons zijn ideaal voor de bosrand, hogere vormen zijn zelfs als haag te gebruiken, door hun speciale wortelstructuur zijn het ook ideale terrasplanten, terwijl kleine modellen echte juweeltjes in de rotstuin kunnen vormen. Meestal komen ze het best tot hun recht in groepsbeplanting .

Standplaats : Rhodo’s houden van halfschaduw, het zijn typische zuurminnende planten, aan kalkrijke gronden hebben ze echt geen boodschap. Ze verlangen dus humusrijke zure gronden, die niet te snel uitdrogen. Naaldbosgrond en schors zijn een ideale mulchlaag om droogteperiodes te overbruggen. Gezien Rhododendrons oppervlakkig wortelen is het niet aan te raden deze te planten in de omgeving van bomen die eveneens oppervlakkig wortelen – ze doen het wel zeer goed aan de bosrand van eikebomen en dennen !

Watergift en voeding : Vanwege hun speciaal wortelgestel zijn rhodo’s gevoelig voor droogte. In de zomer zal het vooral voor nieuw geplante rhodo’s belangrijk zijn een paar keer per week s’avonds voldoende water te geven (liever dan iedere dag een beetje), een mulchlaag kan ook veel helpen. Bemesten doet men het best vanaf de maand april, er zijn in de handel speciale rhodo meststoffen met veel ijzer en magnesium te verkrijgen.

Ziekten en behandeling: Op zorgvuldige wijze verzorgde rhodo’s zullen weinig last hebben van insecten en schimmels, toch zijn er soms aantastingen door cikaden, lapsnuitkevers en schimmelziekten